afb.
Drieka was een dochter van Martinus van Roosmalen (Geffen 27 oktober 1821 - Nuland 21 november 1906), weduwnaar van Petronella Hoefs (23 augustus 1820 - Rosmalen 25 januari 1859). Dit huwelijk werd gesloten in Rosmalen op 28 april 1853. Uit dit huwelijk werden in Rosmalen geboren:
| 14 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Achter het huis van de familie Van Hassel was een ruime schuilkelder. De ruimte in deze schuilkelder was inderdaad dusdanig, dat velen er graag gebruik van maakten. Niet alleen de voltallige familie, maar ook vele anderen hadden er dan ook een onderkomen gezocht. Toen het huis in brand werd geschoten, zat iedereen in de schuilkelder. Het was 's morgens vroeg. Nu is het vrij normaal dat mensen, als hun huis in brand staat, altijd nog proberen iets te redden. Dat was ook op woensdag 4 oktober 1944 het geval. Volgens haar kleinzoon F. van Hassel, die toen ook in de schuilkelder zat, werd zijn grootmoeder dodelijk getroffen door een Engelse granaat. Een Duitse officier bracht haar dood in zijn armen naar buiten. Het gedeelte van Rosmalen waar de familie Van Hassel woonde, was goed door de Duitsers voorbereid om de opmars der geallieerden te stuiten. Er waren schuilkelders en schuttersputjes aangelegd en de nodige munitie was voorradig. In de voorbereidende fase van de bevrijding is hier drie dagen doorlopend flink geschoten. De kerktoren van Nuland - kerktorens werden vaak als uitkijktorens gebruikt - was het eerste doel en slachtoffer. Gedurende die drie dagen kwam niemand de schuilkelder uit. Men leefde van appels die in de kelder lagen en afkomstig waren van de grote fruitboomgaard achter het huis. Volgens Herman van Hassel is zijn oma het huis ingegaan met enkele anderen om voor een hapje eten te zorgen. Zij had van een Feldwebel een eitje gekregen. Nadat het hapje was klaargemaakt en zij weer naar buiten ging, reageerde een geallieerde patrouille met gericht vuur, waardoor zij werd gedood. Even later werd ook het huis in brand geschoten. Gezien de gedegen voorbereiding voor de verdediging van deze locatie door de Duitsers zijn er bij de bevrijding van dit stukje Rosmalen meerdere soldaten gesneuveld. | 15 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ad Hermens en J. de Wit (zoon van A. de Wit, Heeseind A4b) hebben het 'Strijdtoneel Heeseind' in beeld gebracht (zie: A. Hermens, Rosmalen in de vuurlinie 1944-1945, p. 90). Over de dood van Hendrika van Hassel-van Roosmalen staat in het dagboek van priester-publicist Wouter L. Lutkie het volgende: Nuland 4 oktober 1944Rustig was de nacht, bijna geen stoornis van geschut.Met de wijkverpleegster vanmorgen naar een onheil. Gemeld werd ons niets, wij vingen het gerucht op dat het huis van Van Hassel bij de overweg in brand was geschoten. Daar konden verwonden zijn. Onmiddellijk na het ontbijt erheen. Dat huis werd mij in deze dagen menigmaal genoemd. Als een toevluchtsoord voor velen. Vanwege de ruime schuilkelder. Verscheidene families leefden er tezamen gedreven - gelijk op zovele ander soortgelijke plaatsen - in angst en nood. Door een Engelse patrouille werd, in de vroege morgen, dat huis onder vuur genomen, in brand geschoten. Per fiets erheen. Smeulende ashopen tussen ingestorte, afgebrokkelde muren. Duitse soldaten op de weg, ook voor en achter het huis. En beangste, jammerende mensen, plotseling hun gewaand veilige schuilplaats uitgejaagd, vol schrik en ontzetting. Geen enkele gewonde. Maar een oud moedertje dat er woonde, lag dood neer. Al uren lang. Men had haar niet kunnen weerhouden, het brandende huis was zij nog ingegaan, tot kogels, hetzij van de ontploffende munitie in het huis aanwezig, hetzij van de Engelse patrouille, haar troffen. Wij kwamen te laat om haar nog met de genademiddelen der Kerk te kunnen bijstaan. Op een draagbaar4 deed onze pleegzuster het lijk naar de garage van de pastorie transporteren, waar zij het heeft 'afgelegd'.5 De draagbaar werd naar de garage van de pastorie gedragen door Henk en Ad, twee zonen van Willem van Hassel. Beiden waren onderduikers. Het overlijden van Hendrika van Hassel-van Roosmalen werd op het gemeentehuis van Rosmalen aangegeven door haar zoon Johannes Marinus. Als tijdstip van overlijden staat geregistreerd 4 october 1944, 8.00 uur. | 16 |
Noten | |
4. | Volgens Herman van Hassel was de draagbaar een ladder. |
5. | Afleggen: het reinigen en met het doodsgewaad bekleden, gewoonlijk tevens van het bed afnemen. |
A. van den Elzen, 'Wel gestorven, niet vergeten (5)' in: Spoorzoeker 2 (1997) 14-16
A. van den Elzen, Wel gestorven niet vergeten : Oorlogsslachtoffers Rosmalen (1996) 1, 41-43
René Kok, 'Wegens bijzondere omstandigheden...' : 's-Hertogenbosch in bezettingstijd 1940-1944 (2008) 402